
Geschiedenis
Oprichting
Van 992 tot 1797 wordt Thorn bestuurd door Vorstin-Abdissen, bijgestaan door Stiftdames die allen tot de hoogste adel behoorden. Aan het Stift bloeit de kunst; handwerk, literatuur en muziek worden druk beoefend en vooral de muziek viert hoogtij.
In 1812 wordt onder aanvoering van burgemeester Jacobus Hubertus van den Schoor, na opheffing van de abdij ten gevolge van de Franse revolutie, het Philharmonisch Muziekgezelschap van Thorn opgericht. In 1865 wordt door Koning Willem III het predikaat “Koninklijk” verleend, een titel die in deze dagen zeer zeldzaam was. Sindsdien heet dit gezelschap de Koninklijke Harmonie van Thorn (De Bokken).
Groei naar unieke hoogte
In 1907 neemt de bekende dirigent Max Guillaume de dirigeerstok over van Jean Tonnaer, die de Koninklijke Harmonie van Thorn meer dan 40 jaar muzikaal heeft geleid. Met Max Guillaume begint voor de Koninklijke Harmonie van Thorn de victorie. In de loop der jaren neemt zij o.l.v. Max Guillaume met groot succes deel aan vele muziekconcoursen in binnen- en buitenland. Vanuit dit verleden groeit de Koninklijke Harmonie van Thorn naar een hoogte die voor de amateurmuziek uniek mag worden genoemd.
Tijdens de tweede wereldoorlog van 1940 tot 1945 sluit de Koninklijke Harmonie van Thorn zich niet aan bij de door de bezetter in het leven geroepen “Kulturkammer”en wordt er niet gespeeld (tenminste niet in het openbaar). Na de oorlog wordt de draad weer opgepakt en worden er weer met regelmaat repetities georganiseerd. Helaas is Max Guillaume, de toenmalige dirigent, dan overleden. Onder leiding van de dirigenten H. Ramakers, Henri Arends, J. Claessens, L. Sevriens, Harrie Biessen, W. Jacobs, Sef Pijpers, Jan Cober en Norbert Nozy herleeft de Koninklijke Harmonie van Thorn in naoorlogse jaren en groeit zij uit van een orkest van 45 personen naar een groot harmonieorkest van meer dan 100 muzikanten. Zij drukt een speciaal stempel op de geschiedenis van de harmoniemuziek in binnen- en buitenland.